Advertentie
digitaal / Nieuws

Samen ontdekken hoe je data goed inzet

Concrete vruchten plukken van de Interbestuurlijke Datastrategie: oplossingen delen met andere overheden en data-advies op maat ontvangen.

12 december 2023
Portret directeur digitale overheid Mark Vermeer
Mark VermeerMichel Mees

Ongeveer een jaar geleden werd het programma Interbestuurlijke ­Datastrategie (IBDS) in het leven geroepen, zodat overheden op een goede manier data delen om maatschappelijke opgaven uit te voeren. De vraag blijft of het lukt om ‘die grote kluwen die datadeling voor veel ambtenaren is, een beetje te ontwarren.’

Teammanager Financiën & Control

Gemeente West Maas en Waal
Teammanager Financiën & Control

Programmamanager Rivierzone

Gemeente Vlaardingen
Programmamanager Rivierzone

Totaaloverzicht bieden

Projectleider Kiske de Leest voert al jarenlang allerlei digitale overheidsprojecten uit, maar zelden werd hij zo enthousiast als over het Vorderingenoverzicht Rijk, een app waarmee ­burgers kunnen zien wat ze aan welke overheidsinstanties geld verschuldigd zijn. Dat burgers behoefte hebben aan zo’n schuldenoverzicht wist hij al door een eerder project van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Blauwe Knop, over regie op gegevens door burgers. Een prototype van het schuldenoverzicht leverde toen bijzonder positieve reacties op bij inwoners, schuldhulpverleners en overheden.

Maar een app die op één plek een gebruiker een totaaloverzicht toont van gegevens van verschillende overheidsinstanties, alleen voor hem of haar toegankelijk… dat vraagt nogal wat van de instanties. De vorderingen van die instanties zien er namelijk verschillend uit. Om te zorgen dat ze allemaal in dat overzicht verschijnen, zijn technische afspraken nodig en een set standaarden waaraan iedereen zich moet houden.

Digilab: testen van technieken en standaarden

Zulke afspraken en standaarden vallen onder de Interbestuurlijke Datastrategie, waarin overheden samen op zoek gaan naar een verantwoorde manier data in te zetten. Een van de projecten onder de IBDS is Digilab, waarbij ook het Vorderingenoverzicht Rijk is aangesloten. Digilab is een ­proefomgeving voor het testen van technieken en standaarden, veelal afkomstig uit of aansluitend bij Common Ground, de ­gemeentelijke beweging om data bij de bron te bevragen. Binnen Digilab wordt ­gewerkt aan een Federatief Datastelsel, waarin meerdere overheidsorganisaties ­data uit verschillende databronnen ­verantwoord kunnen gebruiken.

Leentjebuur spelen

Voor projectleider De Leest is het handig dat Digilab de hosting verzorgt van aangesloten projecten. Maar vooral het delen van oplossingen ziet hij als meerwaarde van het Digilab. ‘Alle initiatieven lopen tegen een aantal dezelfde problemen aan,’ zegt hij. ‘In plaats van daar allemaal een eigen oplossing voor te verzinnen, kun je leentjebuur spelen bij andere projecten. Bestaande ­oplossingen worden vervolgens breed, soms zelfs rijksbreed, opgepakt. Dat zou je nooit bereiken als je in je eigen cocon je stinkende best zit te doen.’

Dit zou je nooit bereiken als je in je eigen cocon je stinkende best zit te doen.

Kiske de Leest, projectleider Vorderingenoverzicht Rijk

Kopschuwheid

Samen ontdekken hoe je data goed inzet, is hard nodig, want er dreigt een zekere kopschuwheid, waarschuwt Mark Vermeer, directeur digitale overheid bij het ­ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Toeslagenschandaal en de boetes die de Autoriteit Persoonsgegevens her en der uitdeelt voor overtredingen van de AVG maken overheden terughoudend om nieuwe dataprojecten op te starten. ‘Bij het delen van data heb je een risicoafweging te maken en daar houden overheidsorganisaties niet erg van,’ zegt Vermeer. ‘Van nature zijn ze risicomijdend.’ Tegelijkertijd zijn maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie en de wooncrisis niet op te lossen zonder data te delen en te analyseren.

Datadialogen: idee afpellen

Om overheden te stimuleren toch zo’n risicoafweging te maken, vinden er Datadialogen plaats. Op een gestructureerde, wetenschappelijke onderbouwde manier proberen deelnemers samen het idee voor een mogelijk dataproject af te pellen: wat zijn de maatschappelijke opbrengsten, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid of volksgezondheid? Wat zijn de risico’s? Hoe zwaar wegen publieke waarden zoals privacy, autonomie en gelijkheid? Er zijn nu zeven Datadialogen gevoerd en nog eens tien in voorbereiding.

Adviesfunctie verantwoord datagebruik

In een iets verder gevorderd stadium lopen dataprojecten-in-wording nogal eens stuk op twijfel over juridische aspecten. Mag het eigenlijk wel en onder welke voorwaarden dan? Hiervoor dient de Adviesfunctie ­verantwoord datagebruik, een juridisch-­ethische snijtafel voor concrete casussen. Ron Hanoeman, innovatieadviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), en Suzanne Hartholt, chief data officer (CDO) bij de Justitiële Informatiedienst, klopten aan bij de Adviesfunctie. Binnen de overheid is een zogeheten privacy-enhancing technologie (PET) ontwikkeld en Hanoeman en Hartholt zagen, samen met ketenpartners van JenV, mogelijkheden om deze technologie toe te passen op inzage- en verwijderverzoeken bij justitie. Het voordeel van deze zogeheten Mat3ch-technologie is ‘dat je niet bakkenvol met persoonsgegevens over de schutting hoeft te gooien zodat een andere organisatie ze kan bekijken’, zegt Hartholt. ‘Je zet de data in een bepaald filter onder condities die je zelf bepaalt. En andere partijen mogen die data bevragen op basis van de condities die de partij zelf heeft gekozen. Dat levert veel privacywinst op.’

'Computer says no'-risico

Wie zou daar nu tegen kunnen zijn? De overheid wordt bovendien al jaren aangemoedigd om meer PET’s te gebruiken. Zo simpel ligt het niet, legt Hartholt uit. ‘Wanneer je een handmatige check in het systeem vervangt door automatisering, ontstaat een ‘computer says no’-risico. Komt de burger dan niet in de knel, vragen ambtenaren zich af.’ Het handige aan deze technologie is volgens de CDO dat je alles flexibel kunt inrichten, ook de menselijke tussenkomt. ‘Eén van onze juridische vragen was dus of we te maken hebben met het verbod op geautomatiseerde besluitvorming.’

Wc-eend

Nu het advies positief is, hopen ze dat de technologie ook buiten JenV aan bekendheid wint. Hanoeman: ‘We hebben expres deze dienstverlenende casus ingebracht, omdat je de technologie domein-onafhankelijk kunt inzetten. Het rapport van de Adviesfunctie versterkt de kans op adoptie buiten ons domein. Het is toch krachtiger dan wanneer wij van Wc-eend zeggen dat het juridisch en ethisch wel goed zit.’

Het rapport van de Adviesfunctie versterkt de kans op adoptie buiten ons domein

Ron Hanoeman, innovatieadviseur bij JenV

Echte hobbels moeten nog komen

Iedereen is blij met de handvaten die de IBDS biedt, zo lijkt het, maar Vermeer is voorzichtig.De echte hobbels moeten nog komen, verwacht hij. ‘In het eerste jaar kun je het alleen maar goed doen, want dan is iedereen blij dat er iets is ingericht. Maar biedt het ook duurzame meerwaarde? Blijven overheidsorganisaties er gebruik van maken?’

De grootste uitdaging is volgens hem het bewerkstelligen van een cultuurverandering, waardoor mensen vaardiger en minder schuw met het ­onderwerp omgaan. ‘De grote vraag is of we erin slagen om die grote kluwen die datadeling voor veel overheidsdienstverleners en ambtenaren is, een beetje te ontwarren.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie