Tweede Kamer komt op voor de warmtenetburger

Vijftien moties en vier amendementen. Die werden tijdens de dinsdagse stemming in de Tweede Kamer aangenomen. Daarmee is de eerste van twee belangrijke warmtewetten klaar voor een finale stemming in het Nederlandse parlement. Nu eerst gaat het om de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie, die gemeenten de plicht geeft om op termijn aan te wijzen welke wijken wanneer van het aardgas afgaan. Het huidige recht op een gasaansluiting verdwijnt.

Acht jaar voorbereiding

De aangenomen moties en amendementen zijn bij de plenaire wetsbehandeling vorige week met name ingediend met oog op de financiële lasten van burgers. Hierover ontstond beroering toen energiebedrijven Eneco en Vattenfall eind vorig jaar de vaste lasten per aangesloten huishouden ineens met tweehonderd euro per jaar verhoogden. Dit gold voor sociale huurders in Rotterdam en Amsterdam, die plots een hogere energierekening hadden dan toen ze hun huizen nog met aardgas verwarmden. Dit ging in tegen beloften door overheden.

Eén van twee aangenomen amendementen van VVD-Kamerlid Silvio Erkens zoekt hier een oplossing voor. Allereerst gingen er 88 handen van Kamerleden de lucht in voor zijn voorstel om in een Algemene maatregel van bestuur vast te leggen dat huishoudens acht jaar van te voren moeten horen dat hun huis van het gas af zal gaan. Partijen als GroenLinks-Pvda, NSC, D66, Partij voor de Dieren en Volt hielden bij deze stemming hun handen omlaag.

De betaalbaarheid

Bijna Kamerbrede steun was er wel voor een ander amendement van zijn hand, ingediend met onder andere de SP. Zij eisen dat er instructieregels komen voor de betaalbaarheid van warmteaansluitingen, opgesteld in overleg met partijen als de Woonbond, VNG, Vereniging Eigen Huis en het Nibud. ‘Naar aanleiding van dit amendement moet voordat een wijk kan worden aangewezen, worden nagegaan of het op wijkniveau voor gebouweigenaren en -gebruikers betaalbaar is.’

Behalve amendementen waren er ook vele moties die met vaak ruime steun opkomen voor de portemonnee van de warmte-afnemende burger. Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) wil samen met Wytske Postma (NSC) en Erkens dat de regering de kostensystematiek voor huiselijk warmteverbruik integraal in kaart brengt. Zij laken het feit dat warmtenethuishoudens evenveel vaste stroomlasten betalen als bewoners met een warmtepomp, terwijl ze veel minder elektriciteit zullen verbruiken. Hun wens is dat ‘de optie die maatschappelijk het meest wenselijk is ook voor de bewoners het meest aantrekkelijk wordt’.

Niet-meer-dan-andersprincipe

NSC-Kamerlid Postma kreeg ook bijna de volledige Kamer mee met haar motie voor een algemeen loket, waar burgers terecht kunnen als ze hun recht willen halen als hun energierekening alsnog omhoog is gegaan na de overstap naar een warmtenet. In een andere aangenomen motie van haar hand eist ze dat een minder groot deel van het warmtetarief uit vaste lasten bestaat. Dit is voordelig voor mensen met kleinere woningen, waarvoor minder warmte nodig is.

In weer een andere aangenomen motie vraagt Wytske Postma de regering om te onderzoeken hoe geborgd zou kunnen worden dat overstappers op een warmtenet niet meer hoeven te betalen dan als ze nog op gas aangesloten waren. Ze wil hier voor de zomer meer over horen. Ook SP-Kamerlid Sandra Beckerman vroeg aandacht voor dit zogenoemde ‘niet-meer-dan-andersprincipe’. Zo kreeg ze honderd stemmen voor haar verzoek aan de regering om te bestuderen of een fonds dit principe individueel aan huishoudens kan garanderen. Ze wil dat het kabinet hier naar kijkt samen met warmtebedrijven en woningcorporaties.